maandag 28 september 2009

ik lees Stilton! #11

Ik ben nog gauw even met Geronimo Stilton door Miniatura, het rijk van de kabouters en door Immensia, het rijk van de reuzen, gereisd. Onderweg heb ik weer een pak levenservaring opgedaan:
zoals bijvoorbeeld over de natuur:
- De natuur geeft ons veel, daarom moeten we haar beschermen en respecteren.
of over eten:
- Wat met liefde is bereid, smaakt veel lekkerder.
- Wie samen met goede vrienden eet, verteert beter.
en natuurlijk over vriendschap:
- Dat is de kracht van de Fantasia Club: elkaar helpen in nood!
- Bedanken duurt maar even, maar vriendschap heel het leven...
- Echt edel is iemand die helpt waar dat echt nodig is.
- Vriendschap en liefde kunnen hartzeer genezen.

Zo, met zulke zedenlessen kan ik weer alles aan. Vandaar dat het me bijvoorbeeld ook geen enkele moeite kost om in een land waar het volop zomer is plots met een slee door de sneeuw te glijden. (Zie de afbeeldingen hierboven: de bovenste staat op pagina 207, de onderste op pagina 208.)
Wat er toch allemaal niet kan in "Het Mooiste Kinderboek Aller Tijden"!

vrijdag 25 september 2009

knopjes


Knopjes op zijn speelgoed, waar geluid uit komt als hij er op duwt. De knop van de teevee. De knopjes van de afstandsbediening. De toetsen van mijn gsm. Het toetsenbord van de computer. De knoppen van het elektrisch vuur. De knoppen van de wasmachine.

Ik vraag me af waarmee peuters honderd jaar geleden speelden, toen er nog geen knopjes in huis waren.

donderdag 24 september 2009

Joke van Leeuwen jarig


Vandaag wordt Joke van Leeuwen 57. Kinderboekenschrijfster, illustrator, stadsdichter, cabarettier en actrice Joke van Leeuwen in een paar regels beschrijven is onbegonnen werk. Laten we het maar even bij haar werk als maker van kinderboeken houden.

Moeilijk te zeggen wat Joke nu het meest is: auteur of illustrator? Het een kan in Jokes boeken ook niet zonder het ander. De tekeningen in die typische stijl (een hoofd getekend door Joke van Leeuwen herken je meteen) en de tekst lijken wel in elkaar over te lopen. Vaak moet je de illustraties 'meelezen' met het verhaal. Maar ook de schrijfstijl van Joke van Leeuwen herken je uit de duizend. Eigenzinnige personages, surrealistische verhaallijnen en heel veel humor zijn erg kenmerkend voor Joke, zoals bijvoorbeeld in Iep! (9+, Gouden Uil 1997, Woutertje Pieterse Prijs 1997, Zilveren Griffel 1997) of Kukel (9+, Zilveren Griffel 1999).

Diezelfde humor stopt Joke van Leeuwen ook in haar gedichten. Lichtvoetige versjes die soms over bijna niets gaan, maar die door vaak heerlijke taalvondsten zalig om (voor) te lezen zijn. Verschillende van haar gedichten zijn verzameld in Ozo heppie en andere versjes (7+).

Joke schreef ook heel wat informatieve boeken. Ook hier speelt humor een rol. Maar vooral weet ze informatie vanuit zulke boeiende invalshoeken te brengen dat het nooit verveelt, zoals in Waarom een buitenboordmotor eenzaam is (9+, Zilveren Griffel 2005, nominatie Gouden Uil 2005) en Een halve hond heel denken (10+, Zilveren Griffel 2009, nominatie Gouden Uil 2009).

Maar Joke scoort ook met serieuze onderwerpen, zoals ze bewees met Bezoekjaren (12+ Woutertje Pieterse Prijs 1999), een boek over armoede en een broer in gevangenschap.

In 2000 kreeg Joke van Leeuwen de Theo Thijssenprijs voor haar hele oeuvre. Terecht, want sinds de dood van Annie M.G.Schmidt geldt Joke van Leeuwen meer dan ooit als hét uithangbord van de kinderliteratuur in Nederland.

mijn score:
Deesje ===
Het verhaal van Bobbel die in een bakfiets woonde en rijk wilde worden ====
Iep! ====
Kukel ====
Bezoekjaren ====
Ozo heppie en andere versjes ===
Waarom een buitenboordmotor eenzaam is =====
Een halve hond heel denken ===

maandag 21 september 2009

ik lees Stilton! #10


Met Geronimo Stilton, Prulletje Prulschrijver en Drakelijntje ben ik ondertussen in Zotteklap aanbeland, het rijk van de aardmannetjes. Begonnen de hoofdstukken daarvoor nog met wat kleine akkefietjes in het land zelf, deze keer is er zelfs dat niet meer. Het gaat onmiddellijk tot in het kasteel van koning Zwans van Zottigheid tot Kwelling, waar Geronimo een aantal raadseltjes moet oplossen om doortocht af te dwingen. Maar ik ga er deze keer niet al te erg inhoudelijk op in. Mijn commentaar zou haast een kopie worden van al de vorige.

Waar wil ik het dan wel over hebben? Van wat ik en velen met mij kwalitatieve jeugdliteratuur vinden, wordt wel eens gezegd dat ze elitair is. Daarmee zou dan bedoeld worden dat het niet toegankelijk genoeg is voor het modale kind. Uiteraard ben ik het daar niet helemaal mee eens, maar dat is een andere discussie. Boeken als die van Stilton zouden dan net wel toegankelijk zijn, met liefde voor kinderen geschreven, op het niveau van de kinderen. Amehoela! Op pagina 174 en 175 wordt informatie gegeven over optische illusies die Stilton moet overwinnen, wat dat ook moge betekenen. Maar de verklarende taal die gebruikt wordt is alles behalve kindvriendelijk. Of wat dacht je dat een achtjarige moet met woorden als profiel, parallel, of bij de afbeelding hierboven: Alle drie de hoeken van dit object lijken op hetzelfde niveau te zijn. Dit is schoolboekentaal die ver boven het niveau van een achtjarige uitstijgt.

Wat ook jammer is, is dat de producenten van het boek geen enkele moeite hebben gedaan om hier wat originaliteit in te stoppen. Alle voorbeelden van optische illusies zijn klassieke voorbeelden die je in duizenden informatieve boeken terugvindt.
Van hetzelfde laken een pak op de volgende bladzijde, waar Stilton tongbrekers moet overwinnen. Van de eerste tot de laatste zijn het de alom bekende tongbrekers: De kat krabt de krullen van de trap, Leentje leerde Lotje lopen langs de lange Lindelaan, Knappe kappers kappen knap... Waarom schreven de makers van dit boek er zelf geen, bijvoorbeeld die in het thema van het verhaal passen om maar wat te zeggen? Heeft het te maken met tijdgebrek (elke maand moet minstens een Stiltonavontuur verschijnen)? Heeft het te maken met vertaalproblemen? De boeken van Geronimo Stilton verschijnen ondertussen in zoveel talen dat je bij een vertaling iemand met literaire competenties nodig zou hebben omdat tongbrekers zich nu eenmaal niet letterlijk laten vertalen. Of verdwijnt het respect dat ze voor kinderen hebben volledig in het niet tegenover het respect dat ze hebben voor hun winstcijfers?

Ik ben helaas nog maar halfweg het boek. Wordt dus vervolgd.

donderdag 17 september 2009

vaders en moeders


Sinds een dik jaar vervullen wij hier een vader- en moederrol. Een rol waarvan we de invulling zelf moesten ontdekken. Maar wat ik ondertussen wel heb geleerd is dat vader zijn veel gemakkelijker is dan moeder zijn. En daar kan je vaders moeilijk de schuld van geven. Niet overtuigd? Een voorbeeldje:

Vader:
Het is mooi weer, hij neemt zijn kind op de nek en wil gaan wandelen.

Moeder:
"Wacht even, trek zijn jasje recht. Zit zijn mutsje goed? Oh nee, die broek is vuil. Doe hem nog gauw een andere broek aan. En heeft hij die speen al sinds vanmorgen? Neem dan toch een propere speen. Wacht, zijn mutsje zit nog niet goed. Heb je zijn drinken mee? En neem nog een koek mee voor onderweg! En een stuk fruit! En dat mutsje zit nog steeds niet goed!"

(De foto geeft weer hoe ik me voel op zo'n moment.)

woensdag 16 september 2009

ik lees Stilton! #9

Ik heb mezelf even vrij gegeven van het lezen van Fantasia, het boek dat het 'mooiste kinderboek aller tijden' zou zijn. Wie de stukjes die ik er tot nu toe over geschreven heb gelezen heeft, weet dat ik van dat laatste nog niet echt overtuigd ben. Ik verzamel al mijn moed weer bij elkaar en herhaal mijn voornemen: Als het goed is zal ik het ook zeggen.

Twee rijken van Fantasia heeft Geronimo Stilton al achter de rug. Verander van decor en vertel nagenoeg hetzelfde verhaal, moeten de makers gedacht hebben. Zo komt het toch bij me over als ik samen met Stilton het derde rijk, Dragonië, binnenstap. De opbouw is alleszins dezelfde: eerst maak je via een kaart kennis met alle plaatsen die interessant kunnen zijn voor het verhaal, maar waar uiteindelijk weinig of niets gebeurt. Ook nu weer gaat het richting kasteel van de koning van het rijk om daar toestemming te vragen door zijn land te reizen. Het valt zelfs op dat de vorm en plattegrond van al die koninkrijken op elkaar lijken: steeds vind je de toegangspoort in het noordwesten en het koninklijk paleis in het oosten. En ook nu weer vindt Geronimo in zijn kistje een voorwerp als hij het rijk binnenstapt (een gouden tand) en zal hij dat voorwerp nodig hebben om die doorgang te kunnen krijgen.

Verder zijn er weer de gekende ingrediënten: een zedenles hier en daar (bijvoorbeeld "Wie een vriend vindt... vindt een schat") en wat slapstick (deze keer loopt een draak gillend weg terwijl zijn staart in brand staat).

Onderweg is er nog de Bulderberg, een berg die volledig uit op elkaar gestapelde stenen bestaat.
Opeens begon de gids te fluisteren: 'De Bulderberg! Errr worden veel verhalen verteld, maarrr niemand kent het echte geheim, omdat... GEEN ENKELE REIZIGERRR OOIT DE ANDERE KANT HEEFT GEHAALD!'
Geronimo ontdekt dat je volledig stil moet zijn als je de berg wil beklimmen omdat het minste geluid een lawine kan veroorzaken. Dat doen hij en Prulletje Prulschrijver dan ook.
Aangekomen in het dal, moest de pad plotseling niezen... Hatsjoe! We voelden de aarde BEVEN, en hoorden een donderslag! KABOEMMM! Een enorme stenenlawine donderde van de Bulderberg naar beneden. Maar we renden voor ons leven. Wij hadden het gered!
Dat is meteen weer zo een schoolvoorbeeld van waar het in dit boek telkens misloopt: steeds worden hoge verwachtingen geschapen (geen enkele reiziger heeft ooit de andere kant gehaald!). Vervolgens worden die verwachtingen niet ingelost omdat de oplossing voor het probleem te simpel is (wie stil is geraakt de berg wel over). De spanning wordt volledig de nek omgedraaid door slapstick (de pad niest en de stenen rollen naar benden. En weer volgt een veel te gemakkelijke oplossing voor het probleem dat ontstaan is (gewoon hard lopen volstaat). En er wordt besloten met een zin alsof er ik weet niet wat gebeurd is (Wij hadden het gered!)

Toch zit er deze keer ook wat nieuws in: een echte liefdesgeschiedenis! Waar gaat het om? Vlammenwerper, de koning der draken, lacht nooit.
Vlammenwerper haalde zijn poot voor zijn snuit weg. Ik begreep waarom hij niet lachte: hij miste een tand. Dat was dus zijn GEHEIM! Ik kreeg een idee: ik gaf hem de gouden tand uit het muziekdoosje.
Wanneer Vlammenwerper de tand tussen zijn andere tanden stopt, durft hij weer lachen. Hij meent dat ene Prinses Vlamalia nu wel met hem zal willen trouwen en stuurt haar een aanzoek.

Verder moet Geronimo Stilton ook nu weer een verhaal vertellen om in de gunst van de koning te komen. En dat is toch iets wat ik de makers moet nageven: ze hebben blijkbaar grondig opzoekwerk verricht. Zo kom ik te weten dat Beowulf, een oud-Engels dichtwerk, de inspiratie was voor Tolkiens In de ban van de ring en dat er een verschil is tussen drakenverhalen in het westen (waar draken steeds door helden overwonnen worden) en in het oosten (waar draken een symbool zijn van geluk en voorspoed). De manier waarop ze die verhalen dan vertellen is dan wel zo saai dat ik me echt niet kan voorstellen hoe daardoor kinderen kunnen geboeid worden.

Ook de gids die telkens meegaat en deel mag uitmaken van de Fantasia Club lijkt een vast gegeven te worden. Deze keer is het Drakelijntje en zij volgt de twee helden naar het volgende rijk.

Wat staat ons nog allemaal te wachten?

dinsdag 15 september 2009

that's one small step for man...

... but one giant leap for a little boy named Miel.

Precies op de dag dat hij veertien maanden oud werd.
(Sorry, ik krijg de foto niet recht.)

donderdag 10 september 2009

wie mij echt aan het lezen kreeg


Dit had je nog van me te goed. Nadat ik hier verteld heb wie mij absoluut niet aan het lezen kreeg en hier wie me zover kreeg dat ik toch vijf kinderboeken ging lezen, moet ik nog vertellen van wie ik dan de leesmicrobe gelukkig wél en definitief geërfd heb.

Na mijn opleiding voor onderwijzer wachtte mij nog de dienstplicht. En omdat ik als kind al nooit wilde spelen dat cowboys en indianen elkaar doodschoten, werd het burgerdienst. Ik koos voor het cultureel centrum van Hasselt. Blijkbaar was er toch iets in cultuur dat mij aantrok. Ik kwam eerst terecht in de ploeg van theatertechnici (met míjn technisch talent! Toen iemand van een theatergezelschap mij vroeg of ik voor 'spanning' wilde zorgen, moest ik aan de toneelmeester gaan vragen hoe dat moest. Bleek dat hij gewoon electriciteit nodig had via een verlengsnoer.) Enfin, na een paar weken werd ik dus overgeplaatst naar de dienst jeugdprogrammatie, waar ik me achter een bureau meer thuis voelde. En aan het hoofd van deze dienst stond Barbara Wyckmans.

Barbara is zo een van die mensen die een ongelooflijke indruk op mij hebben nagelaten. Ze was mijn bazin, maar deed nooit uit de hoogte. Ze kon je vertrouwen geven, en dat gaf vleugels. Enorm begeesterd ook. Altijd druk bezig. Massa's ideeën. Steeds al vijf projecten vooruit denkend. En met duidelijke standpunten. Wat ze wilde was kwaliteit in haar programmatie, en daar bond ze niet op in. Maar kwam je bijvoorbeeld van vakantie terug, dan moest even alles aan de kant, werd er koffie gehaald en moest je je vakantiefoto's bovenhalen en vertellen. Ook dat was Barbara. En op vrijdag tracteerde ze op een ijsje van de ijskar voor het cultureel centrum (ja, dan kan je bij mij al niet veel meer misdoen.)

Maar wat me van Barbara toch vooral is bijgebleven, is hoe enorm veel ze hield van cultuur voor kinderen. En hoe ze steeds kwaliteit nastreefde in het kunstaanbod voor kinderen. Nooit zou ze daarvoor op haar knieën gaan zitten. "Je moet kunst niet tot bij de mensen brengen. Je moet de mensen bij de kunst brengen." Ik denk niet dat je veel meer respect voor kinderen kan hebben dan dat.

Barbara leerde me van theater houden, en ze leerde me van jeugdliteratuur houden. Niet door erover te prediken, maar door er zelf zo gepassioneerd door te zijn. Door te zien hoe enorm jeugdcultuur haar raakte, wilde ik niets anders meer dan dat ook ervaren.

Barbara Wyckmans is achteraf directeur geworden van De Velinx in Tongeren en vervolgens artistiek directeur van HetPaleis in Antwerpen, waar ze sindsdien schitterende dingen doet.

En ik draag haar nog altijd in mijn hart. Dus lang leve Barbara Wyckmans!

maandag 7 september 2009

vlucht


Als je met de fiets of met de auto rijdt, gebeurt het vaak dat er een vogel verschrikt opvliegt.
Meestal vliegt die dan naar links of naar rechts.
Maar het mooiste is als hij een tijdje voor je uit blijft vliegen. Dan lijkt het net of je zelf ook even door de lucht zweeft.

Vandaag was het een duif.

(En nee, de foto is niet van mij. Die heb ik van het internet geplukt.)

vrijdag 4 september 2009

ik lees Stilton! #8


Ondertussen heb ik Geronimo Stiltons avonturen in Atlantis achter de rug, het rijk met de muzieknoot re. De belangrijkste vaststelling is dat dit hoofdstuk bijna identiek verloopt als het vorige avontuur in Wicca. Bij het binnenkomen vindt Geronimo nog een belangrijk voorwerp in zijn kistje. Was dat in het vorige hoofdstuk een plantje, dan is dat deze keer een gouden kammetje. Ook nu vinden de twee weer toevallig een landkaart op iets gegraveerd, deze keer op een schelp. En ook nu staat die kaart vol interessante plaatsen waar Geronimo niet eens komt. En weer gaat de tocht naar het paleis van de koningin, waar de muis toestemming vraagt om door haar rijk te reizen.

Een citaat uit het begin:
Prulletje strekte zich eens lekker uit onder een palmboom. (...) Ik ging naast hem zitten en zei; 'Gi-ga-geitenkaas wat een stilte! Eindelijk even een rustig plekje! Geen spinnen, geen schorpioenen, geen heksen. Wat kan ons hier nog gebeuren? Ha ha ha, er kan hooguit... een kokosnoot op mijn kop vallen, ha ha ha!' Op hetzelfde moment brulde Prulletje: 'Ridderrr pas op, een ko...' Er viel een kokosnoot loodrecht naar beneden... op mijn kop!
Opnieuw clichématige slapstick, maar nieuw is dat de grap zich nu al van mijlenver laat aankondigen.

Voorts zijn ook de extra's weer dezelfde als in het vorige hoofdstuk: de landkaart zoals ik al zei, maar ook weer kadertjes met wat uitleg over dingen die in het verhaal voorkomen, een raadseltje, een steekkaart van Atlantis (waarop al de namen van de koningin vermeld staan. Presidente van Vin tot Graat vind ik de beste).

Ook weer lachwekkend gemakkelijke oplossingen voor problemen: Zo daalt Prulletje voor Geronimo een trap af het water in.
Ik volgde hem bezorgd: 'Maar ik kan niet ademhalen onder water!' 'Dit is Atlantis, een buitengewone zee. Probeerrr het, hou uw kop maarr onderrr waterrr, Ridderrr!' Aarzelend hield ik mijn snuit onder de golven. ONGELOOFLIJK! IK KON ADEMHALEN!

Maar ook andere gevaartes worden met gemak overwonnen. Hoe verschalk je bijvoorbeeld een haai? Door gauw achter een rots te vluchten zodat de haai er met zijn snuit tegenaan zwemt. En een orka? Door je te verstoppen.
Prulletje brulde: 'Pas op voorrr die vis!' Terwijl we ons verstopten vertelde ik Prulletje: 'De orka is geen vis, maar een zoogdier, net zoals de dolfijnen, de walvissen en de potvissen.'
Voilà, middenin een gevaarlijke scène heeft Geronimo ook nog tijd om als schoolmeester uit de hoek te komen. Een les biologie waar eigenlijk niemand op zit te wachten.

Wat wel nieuw is in dit hoofdstuk is dat er hulp komt van een derde personage.
Opeens gleed ik uit. Het muziekdoosje viel uit mijn rugzak en verdween in de donkere diepte. Ik klauterde verder naar het strand en huilde: 'Ik heb het muziekdoosje verloren!'
(eindelijk spanning, zou je dan denken, maar helaas...)
Een zeeschildpad, twee meter lang en een halve ton zwaar, kwam omhoog uit de onpeilbare diepte. Zij hield iets tussen haar tanden geklemd, en liet het in het zand vallen.
(Moet ik nog vertellen wat het is?)
Die schildpad heet Petunia en waarschuwt Stilton en Prulletje voor Blauwbaard. De muis, de pad en de schildpad besluiten samen een club te vormen. Waarom is mij niet duidelijk. Waarschijnlijk weten de makers dat boeken over clubs het altijd goed doen bij kinderen, maar hier komt dat toch enorm geforceerd over. De Heldhaftige Drie-eenheid, De Vereniging van Sukkels en De (i.p.v. het) Broederschap der Dromers halen het niet als clubnaam, en daarom wordt het gewoon Fantasia Club.

En natuurlijk ontbreekt in dit hoofdstuk ook geen zedenles, want als Petunia afscheid neemt van Geronimo en Prulletje zegt ze: 'Bedankt voor jullie trouw, maar in het belang van de club moet ik achterblijven. Niet verdrietig zijn. Onthou goed, elke avond als de maan hoog aan de hemel staat, denk ik aan jullie en als jullie dan ook aan mee denken, zijn we bij elkaar, want... VRIENDEN DRAAG JE IN JE HART!'

Goed, dat weten we ook alweer. Op naar Dragonië.

donderdag 3 september 2009

gelezen in de maand augustus

Geel gras (Simon van der Geest) - 10+ ====
De eendenkooi (Ben Crom) - 14+ ===
SMS (Tjibbe Veldkamp) - 10+ ===
Ik en de koningin (Ted van Lieshout) - 7+ ====
Lafcadio, de leeuw die terugschoot (Shel Silverstein) - 6+ ====

dinsdag 1 september 2009

ik lees Stilton! #7


Geronimo Stilton en Prulletje Prulschrijver trekken verder naar het paleis van Strega, de koningin van de heksen. Dat paleis is een hoge toren van doodskoppen in de vorm van een heksenhoed, en omringd door een gracht vol gigantische schorpioenen. Onmogelijk daar binnen te komen, meent Prulletje Prulschrijver. Maar plots herinnert hij zich een geheime gang. Opnieuw kiest de auteur voor een belachelijk eenvoudige oplossing die elke spanning uit het verhaal haalt.

Tussendoor vertelt Prulletje aan Geronimo wat meer over Strega. Ze bezit megamagische krachten. Daarmee kan ze iedereen tot haar persoonlijke slaaf maken. Geronimo bedenkt (en het staat in steeds groter wordende letters): Maar... een eerlijk iemand die goed nadenkt, kan zijn macht ook voor het goede doel gebruiken. Dit is een zedenpreek die er op dit moment niet eens toe doet, een stuk moraal zoals je honderd jaar geleden in kinderboeken tegenkwam. Enfin, iets wat ik niet graag in jeugdliteratuur van nu zie staan.

De twee sluipen verder als een salamander, zodat ze niet gezien worden. Opnieuw ter afwisseling krijg je in een apart vakje wat informatie over de salamander cadeau: Een klein reptiel dat veel op een hagedis lijkt. Dat een salamander geen reptiel is maar een amfibie en dus mijlenver van de hagedis af staat, is waarschijnlijk een foutje waar de auteur overheen heeft gekeken.

Uiteindelijk komen de muis en de pad in de heksenburcht aan, midden in de balzaal, waar het op dat moment vergeven is van de heksen. Allemaal willen ze de twee te lijf, maar Strega grijpt in en roept Geronimo en Prulletje bij zich. In het paleis vliegt ook de reptovlerk. Prulletje waarschuwt Geronimo niet in de ogen van het wezen te kijken, anders is hij voor de rest van zijn leven versteend. Bestaat er een wet tegen plagiaat van Griekse mythologische verhalen?

De heks tracht Stilton in de val te lokken door hem iets te drinken of te eten aan te bieden, maar Prulletje herinnert hem er net op tijd aan dat al wie iets eet of drinkt in Wicca, het rijk nooit zal verlaten. Strega wordt zo kwaad dat ze haar hand uitsteekt en een bliksemflits uit haar pink afvuurt op de muis en de pad. Maar Geronimo herinnert zich net op tijd het plantje in zijn rugzak. Toevallig een plantje dat uitgestorven is en dat Strega nodig heeft voor haar toverdrankjes. In ruil voor het plantje dwingt Stilton de doorgang door Wicca af.
Maar vooraleer ze het rijk kunnen verlaten komen de twee nog oog in oog te staan met 695 monsterlijke weerwolven. Ze worden omsingeld, maar lopen zo snel ze kunnen (ik vraag me af hoe je dat doet uit een omsingeling) naar de poort van het volgende rijk, Atlantis.

Een eerste balans die ik van dit boek opmaak is dat het wel enorm gemakkelijk geschreven is. Er duiken ontzettend veel mogelijke problemen op, maar telkens zijn er lachwekkend gemakkelijke oplossingen. Dat wordt echter verdoezeld door het ongelooflijk snelle tempo waarop allerlei nieuwe clichématige fantasie-elementen worden aangebracht. Zo heeft de jonge lezer toch de indruk in een verhaal te zitten waarin veel gebeurt.

Over de illustraties heb ik nog niets gezegd. Ze zijn stripachtig, erg vlak en in overvloed aanwezig. Ik toon hierboven de illustratie die ik tot nu toe het best vind (klik om te vergroten), omdat er wel wat dreiging uit spreekt, alhoewel het effect naar mijn mening veel sterker zou zijn zonder het gehuil van de wolven erbij.

Op naar het volgende rijk.