donderdag 11 juni 2009

mijn leraar


Onderwijsmensen en kinderen leesplezier bijbrengen. Het zijn twee dingen die - gelukkig enkele uitzonderingen buiten beschouwing gelaten - niet vaak te verenigen zijn. Ik ben allezins in mijn hele schoolloopbaan geen leraar tegengekomen die me kon doen inzien dat boeken lezen heel plezierig kan zijn. En daar kan ik me jaren later inwendig nog druk om maken.

Gisterenmiddag gingen Marleen en ik even wat eten in een restaurantje. En wie zat er enkele tafels verder? Mijn leerkracht Nederlands van het vierde middelbaar. Een man van wie me maar heel weinig is bijgebleven. Zelfs zijn naam herinner ik me niet meer. Maar één gebeurtenis staat nog glashelder ergens vooraan in mijn geheugen. We moesten van de man allemaal een boek lezen en een boekbespreking maken. We werden niet echt begeleid in onze boekenkeuze en dus wist ik niks beter uit te kiezen dan Richard Adams' Waterschapsheuvel. Toen ik de boekbespreking verbeterd terugkreeg stond er in rode pen op geschreven: Het is zo goed dat ik moeilijk kan geloven dat het van jou is. Voorzien van een schamele 7/10, alsof hij voor iets wat hij zo goed vond moeilijk een onvoldoende kon geven, maar mij toch ook niet echt wilde feliciteren met mijn werk. Nu geef ik toe dat ik het boek helemaal niet had uitgelezen. Me een beetje liefde voor literatuur bijbrengen had meneer niet voor elkaar gekregen. Maar de boekbespreking had ik wel degelijk van de eerste tot de laatste letter zelf gemaakt.

En gisteren zat hij daar dus aan een tafel bij het raam. Wat meer rimpels dan 23 jaar geleden. En met zijn wat chagrijnig kijkende vrouw naast zich een sensatiekrantje te lezen. Ik denk niet dat hij me herkend heeft. Ik zal op hem ook geen onvergetelijke indruk hebben nagelaten. En dat is misschien maar beter zo.

3 opmerkingen:

  1. Hoi,
    Als boekverslagen in de leerplannen niet verplicht zouden worden, zou dat voor mij als leerkracht al heel wat oplossen ... Ik ben ooit eens bij een leesclub gegaan en heb daar gemerkt dat ik absoluut niet graag een boek lees als het mij wordt opgedrongen.
    Ik merk dat mijn leerlingen ook uitwegen zoeken om niet te verdrinken in de 4 boeken voor Nederlands, de drie voor Frans en de drie voor Engels ... Trop is teveel en daar kan zelfs de beste leraar niets aan veranderen.
    Ik werk veel liever met fragmenten of haal de boeken zelf in de klas.
    Leraars Nederlands staan een beetje onder schot, vind ik. Zij moeten niet alleen zorgen dat kinderen kunnen spellen (en verder denken dan sms-taal en chattaal), ze moeten er ook voor zorgen dat ze teksten kunnen schrijven, hun woordenschat uitbreiden, dat ze talig zijn (niet mondig, dat zijn ze vanzelf al ;-), dat ze een scriptie kunnen schrijven, dat ze op de hoogte zijn van enkele geschiedkundige feiten en dat ze ook weten hoe het er in de letteren aan toeging, van de middeleeuwen tot nu. Daarenboven wordt aan die leerkrachten ook nog gevraagd een taalbeleid op school uit te bouwen en te voeren, moeten de leerlingen vaak en liefst graag lezen, moeten ze geregeld verplicht een podiumactiviteit meemaken, waarvan ze liefst ook moeten genieten en nadien een recensie of verslag over moeten maken en zo kan ik nog wel even doorgaan. En dat allemaal in nauwelijks twee jaar per leerkracht ...

    Ik snap niet waarom je je druk zou moeten maken over het feit dat niemand jou heeft doen inzien dat lezen plezant is. Misschien was jij daar op dat moment niet mee bezig? Ik kan fout zitten, maar ik heb het allang opgegeven om een puber iets te doen inzien ... Dat stuit volgens mij alleen maar op meer onwil.

    En uiteindelijk ben je er misschien helemaal zelf achter gekomen, dat is toch ook belangrijk?

    Bij mij had het heel weinig met mijn omgeving te maken. Mijn ouders waren absoluut niet boekengek. Ze gingen nooit mee naar de bibliotheek. Mijn leerkracht in het tweede leerjaar nam ons mee naar de bieb en toen kreeg ik mijn kaart. Een mijlpaal!
    De bibliothecaris liet oogluikend toe dat ik meer boeken meenam de vijf toegestane (toen kon dat nog, in het pre-elektronische tijdperk). Hij heeft me nooit gezegd wat ik niet of wel moest lezen, maar stempelde elke week met een glimlach tien boeken in mijn kaart.
    Mijn dochter leest als een trein, helemaal vanzelf. Mijn zoon leest als hij zin heeft en als het boek hem ligt (momenteel is dat "Super Jan", van Harmen van Straaten) en anders leest hij niet en mijn muren zijn quasi behangen met boeken en we gaan elke week naar de bieb. Lezen is erg leuk, inderdaad, en het is volgens mij nog leuker als je het voor een stuk zelf ontdekt. Als je schatten zoekt, vind je het toch ook niet leuk dat er iemand staat te roepen en zwaaien: "hier ligt-ie!".

    En gelukkig zijn er toch heel wat uitzonderingen tussen alle hardwerkende leerkrachten in het onderwijs ...

    Groetjes,

    Inge

    BeantwoordenVerwijderen
  2. er schuilt denk ik nog altijd een stukje puber in Stefan. Wat mij toen op school raakte of juist niet, of net verschrikkelijk tegenstak, is bij mij ook nog lang blijven leven. En soms krijg ik dan ook zo'n een 'pop up' van gevoelens. En het gaat vaak over de dingen die niet met leerprogramma's maar net wel met leerkrachten te maken hebben. De leraars of leraressen die met enthousiasme en gedrevenheid over hun vak konden vertellen, me konden verrassen met dingen die niet in het boek stond, me allert hielden met wat humor tussendoor en ook aandachtig luisterden naar mijn onzekere antwoorden, daar heb ik het meest aan overgehouden. Ze hebben naast de noodzakelijke basiskennis ook de nieuwsgierigheid om meer te weten over hun vak en de zin om er mee bezig te blijven, doorgegeven. Hetzelfde zie ik nu gebeuren bij mijn kinderen op school. Daar ligt de hoofdopdracht van de leerkrachten, meen ik. De kiem van levenslang leren. Verdomd niet gemakkelijk. Maar een positieve ingesteldheid van een leerkracht tov een leerling moet je wel kunnen vragen, vind ik. Door zo'n opmerkingen boven een boekbespreking te plaatsen bij Stefan - en waarschijnlijk in al die jaren niet bij hem alleen? - zet hij een domper op de durf en schrijflust van zijn leerlingen, toch? Zo gooide hij zeker in een aantal gevallen het kind met het badwater weg, toch?

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Inge,
    Een van de volgende dagen zal ik iets schrijven over de mensen die me wel aan het lezen gekregen hebben. Wat zij dan wel hadden? Ze waren zelf begeesterd door boeken en konden dat onmogelijk verborgen houden. Ik denk dat daar de sleutel ligt. Al weet ik verdomd goed dat je met die sleutel niet elke deur kan openen.

    BeantwoordenVerwijderen