Vorige week schreef ik over al die leerkrachten van de lagere en middelbare school die me niet aan het lezen hebben gekregen. Vandaag vertel ik wie dan wel de eerste aanzet heeft gegeven. Haar naam herinner ik me wel. Ze heette Mieke Vantroyen en was mijn lerares Nederlands aan de normaalschool. Mieke was zo een dame die elk puntje op elke i eiste. Eentje die je beter niet tegen kon hebben. Heel principieel ook. Maar tegelijk ook iemand voor wie ik toch wel bewondering had. Jeugdliteratuur was haar dada. Ze wilde ons aan het lezen krijgen, niet omdat dat zo hoort in een opleiding voor leerkracht, maar omdat ze er zelf zo weg van was. En dat was het verschil met al die andere leerkrachten: ze sprak erover met passie.
Mieke bracht me in aanraking met Astrid Lindgren, Annie M.G.Schmidt, Jan Terlouw, Guus Kuijers Madeliefboeken (de enige waar ik niet van hield). Allemaal auteurs of boeken die zelfs eind jaren 80 al op gevorderde leeftijd waren, maar het was tenminste een begin.
We kregen de opdracht dat jaar vijf kinderboeken te lezen. En Mieke kreeg het voor elkaar dat ik inderdaad vijf boeken helemaal uit las. Geen zes, maar wel vijf. En ik herinner me dat ik De gebroeders Leeuwenhart toen het mooiste boek vond dat ik ooit gelezen had.
De toon was tenminste al een klein beetje gezet. Wie het vuur definitief aanwakkerde vertel ik een volgende keer.
Maar voor nu: hip hip hoera voor Mieke Vantroyen!
Hoi Stefan,
BeantwoordenVerwijderenMooi!
Ik denk dat je de sleutel hier zelf hebt gegeven: mensen die de passie zélf hebben, geven ze meestal door ... Dat lijkt mij niet alleen toepasselijk op boeken ...
Groetjes,
Inge