maandag 21 september 2009

ik lees Stilton! #10


Met Geronimo Stilton, Prulletje Prulschrijver en Drakelijntje ben ik ondertussen in Zotteklap aanbeland, het rijk van de aardmannetjes. Begonnen de hoofdstukken daarvoor nog met wat kleine akkefietjes in het land zelf, deze keer is er zelfs dat niet meer. Het gaat onmiddellijk tot in het kasteel van koning Zwans van Zottigheid tot Kwelling, waar Geronimo een aantal raadseltjes moet oplossen om doortocht af te dwingen. Maar ik ga er deze keer niet al te erg inhoudelijk op in. Mijn commentaar zou haast een kopie worden van al de vorige.

Waar wil ik het dan wel over hebben? Van wat ik en velen met mij kwalitatieve jeugdliteratuur vinden, wordt wel eens gezegd dat ze elitair is. Daarmee zou dan bedoeld worden dat het niet toegankelijk genoeg is voor het modale kind. Uiteraard ben ik het daar niet helemaal mee eens, maar dat is een andere discussie. Boeken als die van Stilton zouden dan net wel toegankelijk zijn, met liefde voor kinderen geschreven, op het niveau van de kinderen. Amehoela! Op pagina 174 en 175 wordt informatie gegeven over optische illusies die Stilton moet overwinnen, wat dat ook moge betekenen. Maar de verklarende taal die gebruikt wordt is alles behalve kindvriendelijk. Of wat dacht je dat een achtjarige moet met woorden als profiel, parallel, of bij de afbeelding hierboven: Alle drie de hoeken van dit object lijken op hetzelfde niveau te zijn. Dit is schoolboekentaal die ver boven het niveau van een achtjarige uitstijgt.

Wat ook jammer is, is dat de producenten van het boek geen enkele moeite hebben gedaan om hier wat originaliteit in te stoppen. Alle voorbeelden van optische illusies zijn klassieke voorbeelden die je in duizenden informatieve boeken terugvindt.
Van hetzelfde laken een pak op de volgende bladzijde, waar Stilton tongbrekers moet overwinnen. Van de eerste tot de laatste zijn het de alom bekende tongbrekers: De kat krabt de krullen van de trap, Leentje leerde Lotje lopen langs de lange Lindelaan, Knappe kappers kappen knap... Waarom schreven de makers van dit boek er zelf geen, bijvoorbeeld die in het thema van het verhaal passen om maar wat te zeggen? Heeft het te maken met tijdgebrek (elke maand moet minstens een Stiltonavontuur verschijnen)? Heeft het te maken met vertaalproblemen? De boeken van Geronimo Stilton verschijnen ondertussen in zoveel talen dat je bij een vertaling iemand met literaire competenties nodig zou hebben omdat tongbrekers zich nu eenmaal niet letterlijk laten vertalen. Of verdwijnt het respect dat ze voor kinderen hebben volledig in het niet tegenover het respect dat ze hebben voor hun winstcijfers?

Ik ben helaas nog maar halfweg het boek. Wordt dus vervolgd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten