donderdag 29 oktober 2009

niet uitgelezen


Volgens de achterflap wordt De uilenvlucht van Roland Mans een spannende roman waarin enkele jongeren vechten tegen milieucriminaliteit.

Op de eerste paar regels kom ik acht keer een bijvoeglijk naamwoord tegen, zoals hier:

Het spartelende konijn stootte een schrille doodskreet uit en bezweek toen onder de druk van Levs greep. Terwijl de oehoe met trage, krachtige vleugelslagen terug naar de richel vloog, kaatste zijn triomfantelijke uilenschreeuw door de groeve.

Bijvoeglijke naamwoorden zijn iets iets waarmee je naar mijn mening toch zuinig moet omspringen, wil je niet dat je tekst overladen en potsierlijk aandoet.

Bladzijde 8 eindigt met: Hoe meer hij van ze te weten kwam, hoe meer hem een gevoel van herkenning bekroop. En dat vind ik nu erg stijf taalgebruik. Bovendien had het verhaal me na die paar bladzijden nog niet beet. Dat is de reden waarom ik het boek niet heb uitgelezen.

1 opmerking:

  1. Mij stoort dat niet, die bijvoeglijke naamwoorden. Ik zie het beeld op die manier helemaal voor me.

    BeantwoordenVerwijderen