maandag 31 augustus 2009

ik lees Stilton! #6


Ondertussen heb ik de eerste 58 bladzijden achter de rug. Door de beperkte hoeveelheid tekst op elke bladzijde leest dit boek heel snel. Ik houd alleen regelmatig halt om verslag te doen.

Het eerste rijk dat Geronimo moet doorkruisen is Wicca, het rijk van de heksen. Daarvoor moet hij door de Poort van Robijn. Over de tekening van de poort mag de lezer wrijven, zodat de geur van heksen vrijkomt. Maar mijn bibliotheekexemplaar is al zo vaak uitgeleend dat de geur het niet meer doet. Je kan je de vraag stellen of het een zinvolle bijdrage zou leveren aan het verhaal. Ik houd toch meer van auteurs die met zinnen een sfeer kunnen beschrijven, zodat ze me prikkelen een gepaste geur te fantaseren. Overigens geen moeilijkheden wat de poort betreft. Geronimo en Prulletje Prulschrijver stappen er gewoon doorheen.

Als lezer krijg je dan een steekkaart met enkele gegevens over Wicca. Zoals wie de koningin is, hoe het koninklijk paleis eruitziet, info over de rijkswacht, welke taal men spreekt en info over de bewoners, maar ook de kleur en de muzieknoot van het rijk (een do). Vooral dat laatste is me niet echt duidelijk, maar Geronimo lijkt die do te horen als hij de Poort van Robijn binnenstapt. Misschien wordt me later duidelijk hoe dat zit. Niet onbelangrijk detail: Geronimo vindt nog gauw een klein, mysterieus plantje in zijn kistje in zijn rugzak.

Daarna volgt een plattegrond van Wicca, een plannetje dat in het verhaal op een doodskop staat gedrukt die daar ergens ligt. Hoe dat komt wordt niet verteld. Maar de plekken die op de plattegrond voorkomen scheppen verwachtingen naar een spannend verhaal: Berg van de Bleke Bosgeest, Woud der nachtmerries, Tranenmeer, Huilende waterval, Kas met vleesetende planten, Snikkende Rivier, Kweekvijver met Vraatvissen, Kerkhof 'De Stille Schim', Woud der Krijsende Knoesten, Woestijn van de Zwijgende Sfinx... Het kan dus wel wat worden.

Maar wat een teleurstelling als ik verder lees: We beklommen de Berg van de Bleke Bosgeest, een verlaten rotspiek waar de wind angstige kreten slaakte... Bij het betreden van het Woud der Nachtmerries zagen we bomen met kale takken die naar de hemel reikten alsof ze om hulp riepen. We staken het Tranenmeer over en kwamen langs de Huilende Waterval. We ontweken de Kas met vleesetende planten, die aan elk blad venijnige punttandjes hebben en liepen langs de Snikkende Rivier, waardoor bitter gehuilde tranen stroomden. We passeerden de Kweekvijver met Vraatvissen, die hebben messcherpe tanden... en het kerkhof De Stille Schim, vol met door de tijd aangetaste grafstenen!
Dat is het dan. Al die veelbelovende plekken passeert Geronimo Stilton gewoon of hij laat ze links liggen. Daarmee heb je het gehad. Er gebeurt gewoon NIETS!

Het volgende hoofdstuk kondigt zich aan met als titel De harteloze ridders (brrrrrr). De aarde schudt. Een dreigende schare ridders komt eraan. Prulletje fluistert geschrokken dat die ridders lang geleden gezworen hebben de waarheid te beschermen en de zwakken te helpen, maar dat ze dat allang vergeten zijn. Nu zijn ze ridders van het Vreemde Dingen Legioen (de grappigste woordspeling tot nu toe) onder Strega, de koningin van Wicca.
Eindelijk actie, vermoed ik dan. Maar weer niets. Het legioen galoppeerde ons voorbij. En daarmee moet ik het doen.

Maar het eerste echte dieptepunt moet nog komen. Geronimo en Prulletje Prulschrijver beklimmen een rode berg die plots begint te bewegen. De berg is niets anders dan Arakne, een reusachtige spin, die de twee vangt in een ondoordringbaar web. Maar Stilton vertelt de spin gauw het oud-Grieks verhaal over de afkomst van haar naam. Arakne is zo ontroerd dat ze begint te wenen. Geronimo schrijft vlug het verhaal op, zodat de spin het zo vaak kan herlezen als ze maar wil. En Arakne laat de twee tevreden gaan.
Sorry, maar nu moet ik echt naar lucht happen. Dit is ronduit zielig. Hier ben ik echt even niet goed van. Dat je met zo een onzin het mooiste kinderboek aller tijden vult.

Volgende keer meer, en hopelijk beter.

zondag 30 augustus 2009

ik lees Stilton! #5


Het verhaal begint. Geronimo stelt zichzelf voor. Hij is uitgeefmuis en nodigt de lezer uit voor een megafantastisch avontuur. Toch weer even populistisch taalgebruik. Maar ik moet toegeven dat ik de zin die volgt best wel een tikkeltje literair vind: "Het begon zo, zo en niet anders..."

Dat begin is dan een 21ste juni, een dag waarop alles misgaat. De kantine van de redactie overstroomt, de airco doet het niet meer, de computer is gecrasht, de koffie is op, Geronimo moet nog 333 contracten ondertekenen en tot overmaat van ramp staat er ook nog eens een pukkel op zijn snuit. Wat volgt is een zoekplaat van de redactie waarop je een hele tijd kan blijven kijken wat er allemaal misloopt. Een goed voorbeeld van de afwisseling in dit boek. Wanneer Stilton die avond naar huis gaat is de ellende nog niet over: het metropersoneel staakt, het regent, paraplu vergeten. Thuis werkt het licht niet, op zoek naar kaarsen op een donkere zolder trapt Geronimo op een hark waarbij de steel tegen zijn gezicht kwakt, krijgt een boekenkast over zich heen, trapt op een verdwaalde rolschaats en valt, met zijn hoofd door een schilderij, buiten bewustzijn op de grond. Eigenlijk is dit niet meer dan simpele slapstick. Slapstick met enorme clichés dan nog, want al deze grappen zijn al miljoenen keren voorgedaan. Ik miste alleen nog de bananenschil. Maar slapstick is natuurlijk wel iets dat werkt bij kinderen.

Door het zolderraam schijnt het licht van een vallende ster precies op een kristallen doosje. In dat doosje vindt Stilton een gouden sleuteltje en een briefje met een boodschap in geheimschrift. De staart van de vallende ster verandert in een gouden trap. Geronimo klimt omhoog en arriveert voor een gouden poort die op slot blijkt te zijn. Natuurlijk past het sleuteltje - toeval o toeval - en onze held kan zonder problemen naar binnen. Daar ontmoet hij Prulletje Prulschrijver, de pad die bij het voorstellen van de personages werd geïntroduceerd als iemand die ervan droomt een bestseller te schrijven. Hier zijn zeker mogelijkheden om dit personage heerlijk uit te diepen, sterk te karakteriseren, humor mee te geven… Maar ik blijf op mijn honger zitten. Het enige wat gebeurt is dat de pad met een voortdurende rollende rrr spreekt en dat, telkens als Geronimo zich wat angstig gedraagt, Prulletje Prulschrijver zijn verhaal schrijft: "door de Gouden Poort trad een nobele Ridder Zonder Vrees of Blaam Binnen! Heer Geronimo van Stilton! Hij was groot en machtig, met trotse blik, blauwe ogen en blonde manen."

Blijft natuurlijk het probleem van de geheime boodschap op het briefje. Deus ex machina helpt weer een handje, want Prulletje Prulschrijver kent toevallig dat geheimschrift en vertelt Geronimo wat erop staat. Als lezer krijg je dat echter niet te horen en kan je de boodschap zelf ontcijferen aan de hand van de sleutel (elk symbool staat voor een letter) achteraan het boek. Weer die afwisseling. Dit is de boodschap; "O dappere ridder, kom met grote spoed. Alleen u kunt mij redden. Florina verwacht dat u het doet." Florina is de feeënkoningin, vertelt Prulletje Prulschrijver, en om haar te redden moet Geronimo door de zeven rijken van Fantasia.
"Ik ben nooit een moedige man, eh muis, geweest, maar als er iemand in nood is, zal ik altijd helpen," Besluit Geronimo. De verspreking vind ik nogal flauw en zijn besluit te helpen nogal gemakkelijk en vlug gemaakt. Maar wil je dat kinderen zich met je held identificeren, dan is dat natuurlijk weer een truc die goed opbrengt.

Op dit moment blijven bij mij nog vele vragen over. Hoe is dat doosje op Geronimo's zolder terechtgekomen? Wat is er met de feeënkoningin aan de hand? En waarom is net Geronimo uitverkoren om Florina te redden? Vele vragen waar hopelijk gauw een antwoord op komt.
En natuurlijk wil ik wel wat meer weten over Prulletje Prulschrijver, want zulk een personage vraagt gewoon om door geïntrigeerd te worden.

vrijdag 28 augustus 2009

ik lees Stilton! #4

Eindelijk heb ik dan toch in handen wat 'het mooiste kinderboek aller tijden' zou moeten zijn: Fantasia.

Voor ik eraan begin heb ik het boek eens goed bekeken. 378 pagina's is veel, zeker als je er niet veel van verwacht, maar gelukkig is de hoeveelheid tekst per bladzijde erg gering. Wat me ook opvalt is de afwisseling. Het verhaal wordt afgewisseld met kleine en grote prenten, weetjes, raadsels... Op het einde krijg je zelfs het Fantasia woordenboek. En elk hoofdstuk is gemiddeld slechts drie pagina's lang. Dat verlaagt natuurlijk de drempel waar ik voor sta.

Op de binnenflap staat een stukje tekst van meneer Stilton zelf, waarin hij de lezer uitnodigt hem te volgen naar Fantasia voor een geweldige opdracht met duizenden schorpioenen, doodenge heksen, een enorme spin en levensgevaarlijke (stinkende!) trollen. Even lijkt het alsof ik Eddy Wally hoor spreken. Ik, die vind dat je een goede auteur vaak kan herkennen aan de zuinigheid waarmee hij met bijvoeglijke naamwoorden omgaat, houd mijn hart al vast. Gelukkig zal later blijken dat het toch niet die kant op gaat.

Eerst wordt de Fantasia Club (moet dat niet Fantasiaclub zijn?) voorgesteld. Ik vermoed dat het hier om de belangrijste personages van het verhaal gaat. Met Geronimo Stilton zelf natuurlijk, maar ook bijvoorbeeld figuren als Prulletje Prulschrijver (een pad die ervan droomt een bestseller te schrijven), Prinses Drakelijntje (die Geronimo zal gidsen in Dragonië, het rijk van de draken), Boletus (Geronimo's gids doorheen Miniatura, het rijk van de kabouters) en Reus (gids in Immensia, het rijk van de reuzen). Of het hier om flauwe associaties of om geweldige taalvondsten gaat laat ik in het midden. Wat wel opvalt is dat alle figuren uit een ander rijk komen en dat ze elk op hun beurt Geronimo zullen leiden doorheen hun land. Dat doet me vermoeden dat de verhaallijn erg simpel zal zijn: kaarsrecht vooruit, steeds volgens hetzelfde stramien, wat natuurlijk het eenvoudigste is dat je kan hebben. Afwachten of dit klopt.

Wordt vervolgd.

woensdag 26 augustus 2009

ik lees Stilton! #3


Voor wie zich afvraagt hoe het nu zit met mijn voornemen om Fantasia te lezen: Geduld! Alle exemplaren waren uitgeleend in de bib (jaja, het muisje is populair). Maar ik heb mijn exemplaar alvast gereserveerd. Volgens de catalogus moet een van de komende dagen het boek terug binnenkomen. Als de leners op tijd zijn natuurlijk, en dat wil nog wel eens foutlopen, zeker tijdens de vakantie.

Ik heb trouwens niet veel tijd gehad de laatste tijd om veel te lezen. Mijn lijstje van augustus zal dus kort zijn. Teveel verbouwing, kinderoppas op verlof (grootouders ook)...

maandag 17 augustus 2009

top 30 negenentwintig jaar geleden


Wie bevolkte de BRT Top 30 negenentwintig jaar geleden?

Sterke stijgers waren Benny Neyman met Ik Weet Niet Hoe (van 27 naar 16), Raymond van het Groenewoud met Je Veux De L'Amour (van 20 naar 10) en Upside Down van Diana Ross (van 17 naar 5).
Bob Marley & The Wailers waren lichtjes op de terugweg met Could You Be Loved (van 6 naar 8).
Op 3 stond Frank Sinatra met Theme From New York New York.
Olivia Newton-John & Electric Light Orchestra werden na drie weken op 1 naar de tweede plaats verwezen met Xanadu.
Die eerste plaats was nu voor The Winner Takes It All van Abba, dat pas de week ervoor als hoogste nieuwkomer op 5 was binnengekomen. Het nummer zou nog zeven weken op de toppositie blijven staan.

Weet je, ik ben een echte ABBA-fan. Niet alleen zorgt het Zweedse viertal voor de nostalgie naar mijn kindertijd. Maar zoveel jaren later kan ik ook niet anders dan toegeven dat Bjorn en Benny geweldige songschrijvers zijn en de stemmen van Agnetha en Frieda pure magie waren. The Winner Takes It All vind ik hun beste song. De sublieme eenvoud waarrond dit nummer is opgebouwd, de sprankelende stem van Agnetha die voortdurend in duet gaat met een vloeiende pianopartij. Dat de tekst van het lied niet veel voorstelt neem ik er zonder probleem bij.

Voor Agnetha had ik het trouwens wel. Die melancholische blik die ze in haar ogen kon leggen (zoals je kan zien in deze clip) liet zelfs mij als tienjarige niet onberoerd.

zaterdag 15 augustus 2009

il lees Stilton! #2


Het is wat stil geweest de laatste week op mijn blog. Heeft alles te maken met die stekende keelpijn die ik tracht uit te zieken (de dokter zei 'vijf dagen' en ik zit ondertussen gvd al aan dag tien) terwijl ik ook nog onze verbouwingswerken tracht te coördineren. Wat dat laatste betreft gaan we zowat naar het einde van fase 1 toe, met een nieuw dak en een nieuwe badkamer. Misschien dat ik nog sneller verhuisd raak dan dat mijn keelpijn voorbij is...

Maar niet getreurd, hier alvast een officiële bekendmaking. Ik heb een besluit genomen over welk boek van Geronimo Stilton ik letter voor letter ga uitlezen. Ik wil achteraf niet het verwijt krijgen dat ik er me wel makkelijk van af heb gemaakt. Daarom kies ik voor een dik boek (erger dan stekende keelpijn kan het toch niet zijn). En omdat het volgens sommigen het mooiste kinderboek aller tijden is, ga ik voor het eerste deel van Fantasia.

Maandag ga ik terug aan het werk en dan neem ik het meteen mee naar huis. En dan nog even diep ademhalen en ik begin eraan.

Wordt vervolgd.

donderdag 6 augustus 2009

dubbel ziek


Vandaag werden Miel en ik allebei voor een dagje in het ziekenhuis opgenomen voor een kleine ingreep. Allebei bij dezelfde dokter.
Miel zodat hij geen last meer zou hebben van zijn oortjes.
Ik zodat Marleen geen last meer zal hebben van haar oren.
Je mag raden hoe het zit.

Het was wel fijn dat men in het ziekenhuis alle moeite deed om ons allebei op één kamer te leggen. Vader en zoon. En we hebben ons allebei grondig laten soigneren door mama.

woensdag 5 augustus 2009

gelezen in de maand juli

Tegen de muur op (Karlijn Stoffels) - 14+ ===
Waarom waarom (Annemarie van Haeringen) - 4+ ==
De zomerzot (André Sollie) - 6+ ====
Bijt! (Hilde Hagerup) - 14+ ====
Het fantastische verhaal van Ferre en Frie (Siska Goeminne) - 10+ ===
Potilla (Cornelia Funke) - 9+ ===
Zeemist (Mariëlle van Sauers en Tineke Lemmens) - 10+ ====
Ellie en Nellie op het onbewoonde eiland (Rindert Kromhout en Annemarie van Haeringen) - 7+ ===

dinsdag 4 augustus 2009

slaat Karlijn Stoffels een nieuwe weg in?


"Het gaat van kwaad naar erger met de Nederlandstalige jeugdliteratuur."
"De gouden jaren tachtig en negentig zijn nu wel voorgoed voorbij."
"Uitgevers zijn hoe langer hoe minder geïnteresseerd in literaire kinderboeken. Als het maar verkoopt."

Het zijn kreten die niet alleen in de Kuyperlezing te horen waren. Ze maken gewag van een tendens die waarschijnlijk wel klopt. Zelfs uitgeverijen die er vroeger een punt van maakten kwalitatieve kinderboeken uit te geven, halen nu ook auteurs in huis die er duidelijk enkel voor moeten dienen de verkoopcijfers omhoog te jagen. Maar zijn er ook auteurs die het geweer van schouder verwisselen en anders (lees: populairder) gaan schrijven? In dat opzicht viel de laatste tijd wel eens de naam van Karlijn Stoffels, zoals bijvoorbeeld hier. Daarom dat ik haar laatste boek Tegen de muur op (14+) heb gelezen om te checken of deze bewering klopt.

Zonder uitgebreid op de inhoud in te gaan kan ik zeggen dat het hoofdpersonage Bibi op zoek gaat naar haar vader. Na de dood van haar moeder heeft ze enkel een oude foto van een jongeman van wie ze vermoedt dat het haar vader is. Ze belandt in de wereld van de graffitispuiters, experimenteert ook een beetje mee, en vindt uiteindelijk wat ze zoekt.

Het lijkt niet echt een hoogst originele verhaallijn en dat is het ook niet. Maar dat hoeft nog niet te betekenen dat het slecht geschreven is. Kenden we Karlijn Stoffels eerder als iemand die heel lyrisch en haast poëtisch schreef, waarvan Koningsdochter, zeemanslief wel het ultieme voorbeeld was, dan is toegankelijkheid het sleutelwoord dat we hier moeten gebruiken. Af en toe verzinkt ze wel eens in clichés zoals '... mijn moeder, die naar melk en honing rook' (p.23) of '... en dat ik al die jaren als een kostbaar bezit bewaard had' (p.54). Maar het verhaal is toch vooral vlot geschreven.
De personages dan. Best wel geloofwaardig, met uitzondering van de aboriginal Paddie, waarvan je eerst vermoedt dat het een man is, maar die bij nader inzien toch een vrouw blijkt te zijn.

Op pagina 40 krijgen we plots een nieuw thema voorgeschoteld. Acht bladzijden lang krijgen we opeens te maken met Bibi's masturbatie- en vrijproblemen. Dit ruikt naar populisme. En het komt zeker in het begin heel geforceerd over. Naarmate het verhaal vordert krijgt dit thema wel een duidelijker plaats. Maar had het boek dit echt nodig?

Af en toe lijkt Karlijn Stoffels de moeilijkheden ook uit de weg te gaan. Bibi's onechte vader reageert wel erg gemakkelijk als Bibi op de vraag hoe het op school gaat antwoordt: "Papa, ik moet je nog iets zeggen. Ik ga dit jaar niet studeren." Haar vader heeft slechts zeven lijnen nodig vooraleer hij al antwoordt: "Natuurlijk... ja. Dat is waar. Ik heb er niet zo bij stil gestaan. Het is eigenlijk een heel goed idee van je. Wanneer heb je dat besloten?" (p.54)

Wanneer Bibi bij haar vader voor het eerst een vliegertje oplaat dat ze het wel zou voelen als haar vader haar echte papa niet zou zijn, gaat het als volgt: '"Je klets maar wat,' zei hij. (...) "Ik ben je vader, dat voel je toch?" "Natuurlijk," zei ik. "Nou, ik ben je echte vader niet," zei hij. Ik keek hem aan. Ik zag dat hij wegtrok. "Grapje," zei hij vlug. Maar het was te laat. Ik had het gevoel dat ik plotseling voor een brede, diepe kloof stond waar ik elk ogenblik in kon vallen. "En mama?" vroeg ik. Mijn oren suisden. "Mama wel," zei hij kortaf.' Is het flauw van mij als ik vind dat deze discussies wel erg gemakkelijk gaan? Hier zat veel meer in.

Maar ondanks deze opmerkingen is er toch iets dat het boek nog recht houdt. Karlijn Stoffels heeft zeker geen slecht boek geschreven. Tegen de muur op heeft me niet verveeld. De spanningsboog staat goed strak. En het einde heeft zelfs nog een verrassing in petto.
Maar het heeft me ook weer niet doen smachten naar meer. Er zijn al zoveel auteurs die dit soort boeken schrijven. Het is gewoon het volgende goede boek in het rijtje. En van een schrijfster die voorheen boeken schreef waarbij je van het begin tot het einde zalig kon bij zitten zuchten, verlang je toch wat meer.

zaterdag 1 augustus 2009

Edward van de Vendel jarig


Vandaag wordt Edward van de Vendel 45. De boeken van Edward van de Vendel verschijnen aan een ongezien tempo, maar boeten nooit in aan kwaliteit. Er wordt wel eens gedacht dat toegankelijkheid en literaire kwaliteit niet samen lijken te gaan, maar van de Vendel bewijst alleszins het tegendeel. Als auteur is hij daar ook heel bewust mee bezig.

Edward van de Vendel schrijft voor alle leeftijden. Met zijn eerste gedichtenbundel, Betrap me (10+) wist hij me al te imponeren. Later volgden o.a. Bijna alle sleutels (10+), Aanhalingstekens (12+) en Supperguppie (6+, Woutertje Pieterse Prijs 2004, Zilveren Griffel 2004). In die gedichten bewijst van de Vendel een echte taalkunstenaar te zijn.

Maar ook met dramatische verhalen weet van de Vendel te beroeren, zoals in De dagen van bluegrassliefde (14+, Gouden Zoen 2000) over homoseksualiteit of De gelukvinder (14+) waarin vooral het eerste deel waarin een jongen tracht te overleven in een land waar de Taliban de plak zwaait, enorm beklijft.

Edward schreef ook de teksten voor prentenboeken als Dom konijn (6+, Zilveren Griffel 2001), het heerlijke Eén miljoen vlinders (6+, Zilveren Griffel 2008) en de reeks rond het jongetje Django (4+). Een bijzondere liefde heb ik voor Voor jou, voor wie anders? (6+), dat Edward maakte op vraag van illustrator Martijn van der Linden, en waar heerlijk gespeeld wordt met trouw en ontrouw in onvoorwaardelijke of berekende vriendschap.

Een beetje buiten categorie ten slotte is Gijsbrecht (12+, Gouden Zoen 1999), een geslaagde hervertelling van Vondels Gysbreght van Aemstel. Een boek zoals Edward er voor mijn part wel meer mag schrijven.

mijn score:
Betrap me =====
Gijsbrecht ====
Bijna alle sleutels ====
De dagen van bluegrassliefde =====
Dom konijn ====
Wat ik vergat ===
Superguppie ====
Eén miljoen vlinders ====
De gelukvinder ====
Voor jou, voor wie anders? ====